RadicaliTIJD, bewust fout geschreven in de beleidsdocumenten van ons huidige bestuur om aan te geven dat 'het tijd is voor'. Radicaal zijn is zo'n ding waarvan we als staf/bestuur hopen dat het een beetje in de levens van NSEde leden gaat zitten. Ook bij het nieuwe bestuur en de beleidsvorming voor komend seizoen is dit een thema waar we weer van alles mee willen. Maar hoe dan?
Radicaliteit heeft niet perse een goede naam. In onze huidige maatschappij wordt het al snel verward met fundamentalisme. Wat al helemaal geen positieve connotatie heeft voor de meeste mensen. Radicale christenen zijn mensen die 'niet open staan voor anderen, veel moeten & weinig mogen en altijd proberen om jou als anders-gelovige (ongelovigen bestaan niet) te overtuigen van de "waarheid" van hun dogma's.
Ook in christelijk Nederland is radicaliteit iets dat met regelmaat met wantrouwen wordt ontvangen. Ook daar heeft het de naam ervoor te zorgen dat we als 'veroordelend, kortzichtig of zelfs als gewoon dom' worden ervaren. Niet meegaand met onze tijd, cultuur etc.
Het negatieve beeld dat al snel op de voorgrond komt te staan, is desondanks niet terecht.
Fundamentalisme houdt in principe in dat je vasthoudt aan de belangrijkste principes -de fundamenten- van een leer, een techniek, een vaardigheid. Niemand zal de ondernemer die het belangrijk blijft vinden een fundering te storten voor hij een nieuw huis bouwt een fundamentalist noemen. Wanneer hij commentaar heeft op iemand die naar zijn idee een slecht fundament legt, vinden we dat in't algemeen goed en terecht. 'Daar kun je van leren'.
Radicaliteit betekent in wezen vooral dat je doet wat je zegt. Het is er niet zo op gericht om af te vinken of 'de ander voldoet aan', maar het is gericht op hoe 'echt' je zelf bent. Het heeft niet als doel dat je de ander daarmee om de oren slaat. De overdracht van radicaliteit op anderen gebeurt vooral doordat mensen een buitengewone echtheid (radicaliteit) bij iemand zien en daardoor worden geprikkeld.
Dat veel christenen als hypocriet worden ervaren ('doen niet wat ze zeggen') komt vooral doordat christenen te vaak niet overtuigd zijn van wat ze zeggen. Teveel de geloofstradities volgend vanuit een plichtsbesef ('het hoort nu eenmaal zo') i.p.v. uit een degelijk opgebouwde overtuiging. In het algemeen zie je dat dingen waarvan mensen niet intrinsiek overtuigd zijn -anders gezegd, waar ze niet echt in geloven- niet worden volgehouden in gedrag. Radicaliteit wordt dan al snel iets waarmee ik de ander in een hokje kan stoppen en m'n eigen onzekerheid kan overschreeuwen. Misschien komt het ook doordat radicaliteit teveel wordt gekoppeld aan 'de leer', de theorie en gedragingen zoals we ze hebben meegekregen i.p.v. aan de Man die aan de basis -het fundament- stond van die leer: Jezus.
In de 1e Johannesbrief staat de tekst: 'wie zegt dat Hij met God verbonden is, moet leven zoals Jezus geleefd heeft'. Daar is weinig theoretisch aan. Wel wordt het lastig dat te doen als je kennis of beeld van Jezus zeer beperkt is. Iemand die je vrijwel niet kent, zal in wie hij is weinig beroep op je doen. Maar als ik me verdiep in wie Jezus is, hoe Hij leefde, me afvraag wat Zijn motivatie was om sommige dingen te doen of te zeggen komt er een steeds duidelijker beeld naar voren. Dat kan mij prikkelen te willen volgen, nadoen. Niet omdat het moet, maar omdat ik een meerwaarde zie in hoe Hij leefde. Wat de uitwerking daarvan was op anderen.
Leven zoals Jezus geleefd heeft. Hij stond wel degelijk open voor anderen, was met name confronterend richting de mensen die plichtsgetrouw een religie in stand hielden. Aardige buitenkant, maar leeg van binnen, hypocriet.. Zocht de paria's van de maatschappij waarin Hij leefde op en veroordeelde hen niet.
Tegelijk was Jezus vrij helder over welk gedrag Hij wel/niet in overeenstemming achtte met hoe God ons bedoeld heeft. Het beeld van een Jezus die iedereen doodknuffelde en alles wel best vond, doet weinig recht aan de werkelijkheid.
Toen ik kort geleden Lukas 15 weer eens las -geinpireerd door het boek 'Eindelijk Thuis' van Henri Nouwen- viel me met name het 1e vers op: 'Al de tollenaars en zondaars nu kwamen bij Hem om Hem te horen'. Het is opmerkelijk dat de mensen die lang niet voldeden aan waar Jezus vaak over sprak Hem opzoeken om Hem te horen. Blijkbaar voelden ze zich door Hem dermate geaccepteerd -of beter, gezien- dat ze zich niet lieten weerhouden door de wetenschap dat Hij nog wel eens wat confronterends had te zeggen.
Ik denk dat hier onze uitdaging zit als we radicaler willen worden. We zullen mensen eerst moeten gaan zien in wie ze zijn. We gaan maaltijd met ze houden en hun wereld binnen. We gaan niet bovenop hun gedrag zitten wat vanuit ons perspectief 'beter' kan. Als je tijd neemt de ander echt te zien, ontstaat vanzelf de ruimte dat jij jezelf mag laten zien. Mag vertellen waar je voor staat en waarom. Als dat contrasteert met het leven van de ander, kan dat leiden tot verandering van gedrag. Er zullen mensen zijn die met je mee willen gaan doen, er zullen mensen afhaken. Het overkomt Jezus allemaal. Gezien Hij zei dat 'de leerling niet boven zijn meester staat', zal dit ook wel opgaan voor mijn leven.
Tot slot nog dit. Wanneer ik zeg dat we 'niet veroordelend mogen zijn', levert dat binnen seconden het commentaar op 'ja, maar je mag de ander toch wel vermanen?' De enorme behoefte de ander te verbeteren die daaruit spreekt, baart me regelmatig meer zorgen dan het nog te verbeteren gedrag van de persoon die is verworden tot bekeringsobject. Vanwaar die behoefte tot vermanen van de ander? Jezus zegt in gesprek met de Schriftgeleerden van zijn tijd, dat ze niet moeten oordelen, want hun oordeel is niet rechtvaardig. Van zichzelf zegt Hij daar dat Zijn oordeel wel rechtvaardig is (want God), maar dat Hij niet oordeelt (keuze). Als Hij al fundamenteel de keus maakt niet te oordelen -hoewel bevoegd- maakt dat onze grote behoefte (gedrag) eerst aan de ander te willen sleutelen bijzonder twijfelachtig van aard.
Je mag wel vermanen ja. Wat mij betreft na het grondig doorlezen, overtuiging opbouwen & toepassen van Galaten 6:1-5. Tot die tijd misschien maar niet teveel.
In bredere zin ben ik er wel voor dat we elkaar aanspreken. In debat of discussie meningen of gedrag onder een vergrootglas leggend en vanuit argumentatie leren overtuigingen op te bouwen en te integreren in wie we zijn. Het post moderne gereutel dat iedereen alles mag vinden, zolang ik er maar niets mee hoef, levert ook weinig unieke persoonlijkheden op. Mensen hebben elkaar nodig om hun uniciteit tot uiting te laten komen. Voor de zekerheid: veroordeling hoeft daar geen onderdeel van uit te maken.
Goed, RadicaliTIJD dus. Als ik nadenk over NSEde dan hoop ik dat we vooral radicaal gaan zijn in wie we zelf zijn. Eerlijk over overtuigingen die ik heb en eerlijk over zaken waar ik nog vrijwel geen mening bij heb, maar wel 'gewoon' doe. Radicaal naar de ander in de zin dat ik die echt wil gaan zien, ontmoeten, ook al kost me dat wat.
Radicaal naar mezelf, open voor de ander & dan zien we wel waar de vonk overslaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten